Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Nijmegen zet uitzonderlijke stap met aankoop van vervuilende asfaltfabriek, de ‘Tata van Nijmegen’

De ‘Tata Steel van Nijmegen’ gaat nog dit jaar dicht. De gemeente maakte dinsdag bekend asfaltfabriek APN voor bijna 7 miljoen euro te hebben aangekocht. De fabriek in Nijmegen-West overschreed meermaals de uitstootnormen en zorgt al jaren voor stankoverlast en gezondheidszorgen bij omwonenden.

De fabriek van Asfalt Productie Nijmegen in het westen van de stad bij het Maas-Waal kanaal.

De gemeente zet deze uitzonderlijke stap nadat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid eerder dit jaar de Nijmeegse asfaltfabriek in één adem noemde met grote overlastgevers als Chemours in Dordrecht en Tata Steel in IJmuiden. Hoewel qua uitstoot een kleintje vergeleken met de andere twee, bleek uit het OVV-onderzoek naar de omgang van de lokale overheden met de drie fabrieken dat Nijmegen als vergunningverlener jarenlang te weinig deed om de asfaltfabriek te beteugelen.

‘De gemeente Nijmegen stelde zichzelf niet de vraag hoe deze invloed ingezet kon worden om haar inwoners verder te beschermen tegen industriële emissies’, schreef de OVV. Pas vorig jaar maakte de gemeente extra geld vrij voor strenger toezicht. Dit gebeurde nadat was gebleken dat APN in 2021 de uitstoot van zogenoemde PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) fors had overschreden. PAK’s zijn kankerverwekkende stoffen die ook de voortplanting kunnen belemmeren en zich ophopen in de voedselketen.

Milieuwethouder Tobias van Elferen erkende dinsdag dat de gemeente ‘eerder en meer had kunnen doen’ tegen de fabriek die al vijftig jaar draait en al decennialang overlast geeft. Maar Van Elferen zegt als gemeentebestuurder ook ‘gereedschap’ te missen om echt grip te krijgen op grote vervuilers.

Over de auteur
Pieter Hotse Smit is regioverslaggever van de Volkskrant in Oost-Nederland en verslaat ontwikkelingen in de provincies Overijssel en Gelderland. Eerder schreef hij over landbouw, natuur, voedsel en duurzaamheid

De onderhandelingen over het opkopen kwamen op gang nadat APN-eigenaar Dura Vermeer te kennen had gegeven de capaciteit van de fabriek te willen verdubbelen naar 400 duizend ton asfalt. De gemeente vreesde een vergunning en bestemmingsplanwijziging niet te kunnen weigeren en startte daarom in juli de onderhandelingen over de aankoop. Kort ervoor was gebleken dat APN in het voorjaar opnieuw de uitstoot van PAK’s had overschreden.

De gezondheidsrisico's van de productie van de fabriek zijn beperkt, bleek eerder uit onderzoek van de gezondheidsdienst. Zo ligt de levensverwachting in Nijmegen-West nauwelijks lager dan in de rest van Gelderland. Toch ziet Van Elferen het als gerechtvaardigde uitgave voor ‘een gezondere en duurzamere toekomst van de stad’.

Duimschroeven

De 7 miljoen euro die met de aankoop gemoeid is, gaat volgens wethouder Noël Vergunst van stedelijke ontwikkeling niet ten koste van publieke voorzieningen als zwembaden of bibliotheken. Nijmegen koopt de fabriek uit de gemeentelijke reserves, een pot van grofweg 100 miljoen euro. Netto denkt de gemeente een desinvestering te doen van 2 miljoen euro, omdat de grond na sloop van de fabriek door Dura Vermeer naar schatting 5 miljoen euro waard zal zijn. ‘We hebben het geld, maar natuurlijk doet die 2 miljoen euro pijn.’

De gemeente betaalt Dura Vermeer voor de taxatiewaarde van de asfaltfabriek, maar niet voor commerciële verliezen die het bedrijf ondervindt door de sloop. Dit gebeurde bijvoorbeeld wel toen het Rijk voor 52,2 miljoen euro de Amsterdamse kolencentrale aan de Hemweg kocht. Hoe kreeg Nijmegen dit voor elkaar? ‘We hebben de duimschroeven maximaal aangedraaid’, zegt Van Elferen. ‘Want we hadden al veel te stellen met dit bedrijf over milieukwesties. Zij snapten dat dit in de lucht hing en moesten bovendien na alle overtredingen grote investeringen doen om door te mogen.’

Krom

Dura Vermeer zegt in een schriftelijke reactie altijd ‘open te hebben gestaan voor een structurele oplossing’ voor de overlast. Het bedrijf, dat in het land meerdere asfaltfabrieken heeft, gaat niet in op de vraag waarom het genoegen nam met de taxatiewaarde. Wat betreft de overlast lijkt het bedrijf de schuld buiten zichzelf te leggen als het schrijft dat de afgelopen vijftig jaar ‘steeds meer woningen dicht rondom onze asfaltcentrale zijn gebouwd’. De gemeente weerspreekt dit en zegt dat de laatste huizen rond de fabriek in de jaren zeventig zijn gebouwd, net als de asfaltfabriek zelf.

‘Prachtig, natuurlijk zijn we blij dat na al die jaren van verzet de fabriek dicht gaat’, zegt Jan de Kanter van Vereniging Dorpsbelang Hees, de wijk pal naast de fabriek. ‘Maar wij betalen nu als inwoners van Nijmegen wel aan een vervuiler, dat voelt toch krom. En als de vraag naar asfalt niet afneemt dan zitten anderen met de overlast. Voor ons is het ook hopen dat het terrein in de toekomst niet langer fabrieken van de zwaarste categorie mogen komen.’

In 2024 moet de fabriek zijn gesloopt door Dura Vermeer, in 2025 wil de gemeente met een plan komen voor het terrein aan de Energieweg. Wethouder Vergunst zegt dat er in ieder geval geen woningen komen of een park, maar dat het onderdeel blijft van het industrieterrein in Nijmegen-West.